Waarom natuuralert
Dr. C.F. van Beusekom
‘De particuliere natuurbescherming is versplinterd en verzwakt’
Crisis in het natuurbeheer en de natuurbescherming
Toen de natuurbeschermingstaak van de overheid in 1982 werd ondergebracht bij het ministerie van Landbouw en Visserij – nu Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit – betekende dat het begin van het einde van het onafhankelijke natuurbeheer. Natuurbeheer werd namelijk ondergeschikt gemaakt aan de belangen van de landbouw.
Vanaf dat moment werd de centrale natuurbeschermingsorganisatie ook stap voor stap afgebroken en is de invulling en uitvoering van het beleid gedelegeerd.
Hoe kwalijk deze ontwikkeling was, bleek in 2010 toen staatssecretaris Bleker van Landbouw een radicalere breuk veroorzaakte met de wijze waarop de natuurbescherming sinds 1905 was georganiseerd. Zonder dat zelfs maar een debat in de Tweede Kamer plaatsvond, werd afstand genomen van het basisprincipe dat inhield dat aangekochte natuurgebieden waren veiliggesteld van economische activiteiten. Staatsbosbeheer, de grootste bosbeheerder van het land, kreeg toen opdracht om zijn natuurterreinen economisch te gaan exploiteren. Dat betekende dat het groene erfgoed door de rijksoverheid zonder meer werd opgeofferd.
De controle van de natuurbeheerders werd verder overgelaten aan de zogenoemde Bosgroepen, samenwerkingsverbanden van terreinbeheerders. Daarmee ontstond dus een situatie van zelfcontrole.
Het gevolg van dit alles is een ontspoord ondernemerschap, waarbij de natuur het onderspit delft.